Klimparcours

Klimmen:

Er was een makkelijke, moeilijke en een heel moeilijke weg. Om naar boven te gaan bij het klimmen moest je veel spieren hebben. Ze hadden je stevig vast dus je kon niet vallen als je boven was mocht je een boom kussen en een wens doen. Sommige kinderen durfden niet meer naar beneden. Dan kregen ze tips van de moni’s en aanmoedigingen van alle kinderen.

(rest van het verslag volgt nog)

Rappel:

Bij de rappel moet je goed naar achter leunen omdat je anders niet goed naar beneden gaat. Ook moet je met gestrekte benen stappen en je voeten uit elkaar plaatsen zodat je je evenwicht kunt houden. Je moest je vast houden aan een touw en een musketon. De moni’s hielpen je naar beneden zodat je niet kon vallen.

Apenbrug:

We mochten twee keer over de apenbrug en je mocht het op je eigen manier doen bv. als een aapje eraan hangen en je handen los laten. Maar je hing vast met een dubbele musketon die het gewicht van een olifant kan dragen!